Dit is de derde week
02-09 t/m 08-09
Dag 15:
Ik ben inmiddels twee weken onderweg. Het voelt vertrouwd.
Rond 7:00 uur vertrokken en eerst het stadje Villafranca Montes de Oca door.
Buiten het stadje zie ik een hangmat tussen de bomen en wanneer ik dichterbij
kom, zie ik dat het de hangmat van Nil is.
Ik moet wel lachen de hangmat in het echt tegen te komen en te zien dat hij
inderdaad gewoon ergens zijn hangmat ophangt en gaat slapen.
Mijn mede-pelgrims kijken ook geïnteresseerd en moeten ook wel lachen.
Ik vind het wèl stoer van hem, dat hij dit durft.!!
En kennelijk wordt hij niet wakker van het geroezemoes om hem heen.
Een mooi versierde en aangeklede plek in het bos trekt de aandacht; het is net
negen uur en de eigenaar is nog niet aanwezig om zijn "drinken en etenswaar" aan te bieden.
Er staat "donativo" bij, d.w.z. dat je zelf mag geven wat het
je waard is. Ik denk best een slimme actie.
Degenen die niet al te krap bij kas zitten, geven meer dan het waard is, en het
nodigt uit om iets te pakken.
Een gezellig terras, om even pauze te houden.
Dan krijgen wij tegenliggers op ons pad, die wel wat aandacht trekken.
Ik schat in of ik door kan lopen of dat ik beter een eind het veld in zal gaan.
Ik besluit toch op het paadje, dat in het gras is uitgesleten, te gaan lopen zodat
de mede-weggebruikers ongestoord hun weg kunnen vervolgen.
Wat vind ik het een prachtig gezicht.!
Een eind verderop lopen de koeien in het gras aan mijn kant te grazen, en ik steek
de zandweg over naar een pad aan de andere kant door het gras.
Daar staat nog één koe mij aan te kijken, maar
uiteindelijk gaat hij toch naar de anderen toe en kan ik doorlopen.
In de verte ligt San Juan de Ortega.
De jonge vrouw met de hond, ben ik al vaker tegen gekomen. Zij heeft wel een
extra zware rugzak, want zij moet ook voor de hond zorgen. Maar ze is heel vrolijk
en heel geduldig naar de hond (die soms al snuffelend, rondjes rond haar draait).
Rechts van de weg zijn de uitgestrekte velden.
Dan een gezellig terras voor een pauze.
Een mooi oud kerkje. Helaas is het gesloten.
Achter de muur is echter, niet al te schoon, "sanitair"
Rond kwart over twee (voor mij best vroeg) kom ik langs een albergue die er
aantrekkelijk uitziet.
De bedden zijn OK.
Het sanitair is zéér eenvoudig; de wasruimte en keuken zijn ook OK.
Er ligt wel een mooie tuin bij.
Vandaag haal ik wat te eten in een klein buurt winkeltje en nestel mij
in de tuin in de schaduw.
Twee amerikaanse vriendinnen, die ik al eerder had ontmoet, komen erbij zitten.
Later nog een amerikaan, die een gemiddelde van 35-40 km per dag loopt .....
Dag 16:
Om half acht is het nog in de ochtend schemer. Toch merk je wel dat het later licht
wordt dan in de eerste dagen. Dit zal alleen nog sterker worden.
Een groot skelet van een Dynosaurus. Hier moet ik een foto van maken voor Matthew.
Ik stuur hem naar Mark.
Hij appt terug dat Matthew nu meteen daar heen wil
Oeps, ik had even niet aan die reactie gedacht. Maar gelukkig is hij het toch weer
gauw vergeten.
Ook altijd leuk te zien hoe andere culturen over een "mooie nieuwbouw wijk" denken.
Ik kom in de buurt van Burgos, en daar is de weg niet altijd door de natuur.
Hartverwarmend vind ik het hoe spanjaarden de route van de camino proberen
"aan te kleden".
Bij het riviertje de Rio Pico houd ik even pauze. Wat een helder water en dat vlak
bij de stad.
Ik loop op een wandelpad langs een rivier, de Rio Arlanzon, door
een park aan de zuidkant van Burgos.
Het is een heerlijk rustige omgeving en ik prijs mij gelukkig dat ik niet
de route door de stad heb genomen.
Dit pad lijkt wel eindeloos lang door te gaan.
Op een gegeven moment vragen een paar pelgrims de weg, en zij worden meteen
de stad ingestuurd. Ik ben zo "slim" om hen te volgen
.
De kathedraal is echt schitterend en ik ben blij dat ik hem in het echt heb gezien.
Toen ik onder de poort doorkwam en ineens voor de kathedraal stond, viel mijn
mond open en ik heb iets gezegd van "wauw".....
Een spanjaard naast mij begon te lachen en zei : "Mas bonito!".
En ik heb dat beaamd.
Ja, echt heel mooi. Het lijkt wel kant van steen ......
Ik ging op zoek naar een albergue. Ik ben best moe van alles en ondans dat ik eigenlijk niet in Burgos overnachten wil overnachten, ga ik op zoek.
Ik heb het niet op steden en ook hier gaat het mis. Ik moet vlak langs een albergue gelopen zijn en hem niet gezien. Ik had het warm, was moe en ik ben gaan lopen in de richting van de camino
en kwam weer in een mooi park.
Dat liep al een stuk prettiger en ik voelde mij al minder moe.
Ik ben nog langs de universiteit, faculteit voor rechten, gekomen.
Wat een mooi gebouw.
Op dat moment was er een bruidspaar, wat er wel mooi uitzag.
Na een tijd lopen, had ik het wel gehad en wilde de stad uit, met het idee dat ik wel
een albergue onderweg tegen zou komen.
Maar helaas. Die gedachte bleek niet juist ......
En de weg werd er niet mooier op
.
Er zat niets anders op dan door te lopen. Bij een groen parkje heb ik pauze
gehouden.
Daar kwam ik nog een andere pelgrim tegen, die mij vroeg of ik wist waar de
dichtsbijzijnde albergue was. Ik kon hem alleen maar zeggen dat wanneer het
tegen zou zitten, wij nog 2 km moesten lopen ....
Het was intussen kwart over vijf, ..... en het zat tegen
.
Ik zag een aankondiging voor een heel mooie albergue, en liep er hoopvol heen.
Die bleek vol. Toen vond ik het niet echt meer leuk.
Ik moest door .....
Ik was helemaal op.
Tegen dit muurtje (van streetview geplukt) ben ik op de grond gaan zitten.
Ik was dizzy 
en realiseerde mij dat het nu menens werd.
Ik kon geen stap meer verzetten. Ik was echt even bang dat ik van mijn stokje zou gaan
, en dat is "niet handig" op zo'n plek.
Tijdens het lopen dacht ik steeds: "ik ben er zo. Dan ga ik eerst wat eten."
Maar het duurde kennelijk te lang en ik heb toen "met trillende handen ...." mijn reserve brood ("2 dagen oud" stokbrood) gepakt en opgegeten (hier zou je er niet over peinzen zo oud uitgedroogd brood
) en water gedronken.
Toen kon ik wel weer verder, hihi.
En wanneer de nood het hoogst is, is zo'n honderd vijftig meter verder een albergue mèt plaats.
Ik herinner mij dat ik nauwelijks de trap nog op kon .....
Tja, dit was niet gepland, zeg ik dan .....
De tuin, het terras en de bedden waren allemaal zeer OK.
Ik heb de foto's niet zelf gemaakt. (die ben ik kwijt)
In de avond zeiden de rode plekken op mijn been mij ook dat deze tocht toch echt te lang was geweest .....
Maar het goede nieuws was dat ik had ontdekt dat wanneer ik de knie-brace
niet op de normale wijze (linker foto) om mijn knie deed, maar zoals op de rechter foto, dan hielp de brace wel.
Ik smeerde ook wel vier keer op een dag arnica op de knie, om de doorbloeding
te stimuleren.
En nu had ik bij gewoon lopen eigenlijk geen pijn meer. Bij dalen nog wel.
Dat moest ik nog steeds rustig aan doen.
Dag 17:
De volgende morgen had ik geen zin om te ontbijten in de albergue.
De sfeer was er koud en ongezellig.
Ik ben gelopen naar Rabé de las Calzadas. En daar bij een caféetje
koffie met iets erbij gepakt.
Van de eigenaar kreeg ik een hangertje met de beschermheilige
van de streek erop.
Ik heb het goed bewaard en durfde het niet te dragen .....
Na zo'n hartverwarmende gebeurtenis, is het wel weer héél licht lopen.
In dit gebied zijn veel zonnebloemen, die wel aan het eind van hun bloei zijn.
En deze "droogbloemen" vond ik zo mooi, dat ik er een foto van heb gemaakt.
Een oude waterplaats met nog een heel oude pomp. Hij werkte gewoon en er kwam
heel goed drinkwater uit. Meteen alle flesjes weer gevuld.
Want het is goed warm en weinig schaduw ....... Toch kan ik het goed hebben.
De volgende foto is een terugblik op waar ik vandaan ben gekomen.
Dan weer een vooruitblik en rechts kun je al in het dal kijken.
Op de top kun je heel ver kijken en ziet in het dal de weg lopen. Je weet alleen niet waar je heen gaat. Rechtdoor, meer naar links of meer naar rechts.
In de verte zie je de windmolens. Wat ik op dat moment nog niet weet, is dat ik daar zo'n 3,6 uur later langs zal lopen
.
Het dorpje is San Bol.
De afdaling is nog lastig voor mijn knie. Maar het gaat goed.
Ongeveer twee uur later klim ik het dal uit.
![]()
Ik loop weer op de hoogvlakte en waar ik ook kijk, geen dorpje te zien.
Een stukje verder, kijk je rechts van het pad in een dal, dat je alleen kunt zien, wanneer je vlak bij bent.
En ook zijn de windmolens te zien die eerder nog zo ver weg leken.
De grap van deze hoogvlakte is dat je denkt nergens een teken van leven te zien en dat de uitgestrektheid eindeloos is. Maar de dorpjes liggen in de dalen en plotseling zie je iets dat lijkt op een dak. Je denkt: "dat kan toch niet"
. Wanneer je dichterbij komt zie je pas dat dit dak bij een huis hoort dat in een dorpje staat dat in het dal ligt.
Zoals bij het volgende dorpje eerst het bovenste stuk van de kerktoren te zien was, en toen een stuk dak. Echt heel apart.
Een half uur later nog een stevige afdaling naar Hontanas.
Dit is echt een uitdaging maar ik kom beneden zonder echte pijn
.
Albergue Santa Brigida blijkt een heel goede keus!
Vriendelijke mensen, een oud gebouw, gemaakt van die grote stenen,
met een sobere keuken,
een tuin met mooie ingerichte hoekjes en parasols voor de schaduw,
de waslijnen zijn overdekt (ook handig bij regen), de bedden stevig en het sanitair schoon en degelijk.
Je kunt er ook het peregrino menu krijgen.
Wat wil een mens nog meer???
Dit is het hangertje dat ik gekregen heb (in de bar).
Dag 18:
Wat is het toch mooi zo vroeg in de morgen (kwart voor acht).
Er is lichte bewolking, maar dat maakt de luchten zo veel mooier dan strak blauw.
Dan zie ik de resten van wat eens een prachtig gebouw moet zijn geweest.
Ik ben meteen nieuwsgierig en loop er omheen.
Aan de achterkant is een ingang. (de poort aan de voorkant wordt niet gebruikt).
Ik ga naar binnen en de enorme muren (d.w.z. dat wat er van over is) zijn zéér
indrukwekkend.
Een uitgebreid verhaal met veel meer foto's staat hier te lezen.
Hier is alleen een korte versie geschreven.
Ik loop over het terrein naar de overkant en zie daar een vrouw die zit te schrijven. Ze kijkt op en vertelt dat dit een ruïne is van een oud ziekenhuis voor de pelgrims.
Het was een klooster dat bedoeld was als ziekenhuis.
En ze vertelt dat hier ook een albergue is.
Op de foto's zie je de buitenkant.
Ze laat mij de albergue van binnen zien, en ik ben meteen helemaal enthousiast.
De slaapruimte ziet er netjes en opgeruimd uit.
Hij is niet groot, en de deur naar buiten kan s'-nachts gewoon open blijven, want de buitenpoort gaat dicht en op slot.
![]()
Het sanitair is eenvoudig. Geen warm water
=> koude douche, brrrr.....
Het is schoon en ruim en het ziet er allemaal heel verzorgd uit.
De eetkeuken/leefruimte is klein, maar voldoet prima!
Ik besluit hier de nacht te willen doorbrengen (al is het maar voor de sterrenhemel).
Later op de dag vraag ik of ik een dag extra mag blijven. Dat is gelukkig geen probleem.
![]()
![]()
Aan de overkant van de straat, 50 m verderop, is een heel gezellige bar.
De barman heet Angel.
Buiten mij zijn er geloof ik nog vier gasten.
Er wordt vegetarisch gekookt, omdat de andere gasten ook vegetariërs zijn.
Bof ik even, haha.
De maaltijd wordt bij kaarslicht genuttigd. Wat super is dat.
Na het eten maak ik nog wat foto's in het donker.
We gaan niet erg vroeg slapen., maar ik vind het niet erg, want ik hoef toch
niet vroeg op.
Dag 19:  
Vanmorgen word ik wakker en zie dat mijn medepelgrims al vertrokken zijn.
Gauw douche spullen pakken en naar de badkamer.
Een koude douche in de ochtend (dan is het daar ook nog niet warm .....) is
een uitdaging kan ik zeggen, brrrrrrrrrrr.
Lekker ontbijten en de meiden vragen of ik, wanneer ik hier toch blijf, op
de bakker wil wachten. Die komt met een bestelauto en toetert.
Natuurlijk wil ik dat. Dan kunnen zij naar de markt in Castrojeritz.
Ze gaan lopen, dus dat is wel een paar uurtjes bezig zijn.
Wanneer de bakker is geweest, ga ik nog een keer naar de bar.
Angel is vrolijk als altijd en ik krijg de koffie gratis.
Ook mag ik mijn telefoon daar opladen.
Dan komt Claude binnen samen met een paar anderen.
Wat een weerzien! Wat vind ik het leuk om deze stoere hippie (met hartkwaal) terug te zien. Hij moet even denken, en dan weet hij het ook weer.
Het gaat nog steeds heel goed. Ook één van de andere vrouwen zegt dat hij een taaie is.
De maaltijd is weer heel gezellig. Het is wel een speciaal type pelgrim dat
ervoor kiest om in deze albergue te blijven slapen.
De sfeer is ingetogen, en toch met spontane grappen en er wordt veel gelachen.
Dit keer maken we wel foto's.
Dag 20:  
Ik sta nu wel vroeg op, want ik wil vandaag voor de warmte toch een stuk gelopen hebben en ik wil de tijd hebben om afscheid te kunnen nemen.
De weg is mij inmiddels heel vertrouwd, hihi, maar het valt niet mee, het afscheid was toch wel zwaar.
In Castrojeritz ga ik nog een keer naar het "Hospital del alma". Nu neem ik
wel foto's want er is daar toch niemand.
Voor de deur staat een oude fiets, met een bord erop vast gemaakt met de
tekst:" La casa del silencio".
Binnen is het heel apart ingericht.
In de eerste ruimte is zachte muziek, maar in de rest van het huis is het stil.
Ik zet hier mijn rugzak neer.
Ik loop verder en kom in een ruimte met twee stoelen, waar je kan gaan zitten,
en mediteren wanneer je dat wilt.
Ook boven is een ruimte (trap omhoog) en een toilet, dat niet op slot kan ....
Maar de nood is hoog, en ik maak er toch gebruik van.
Door de tuin kun je weer een andere ruimte binnen gaan, die aan de voorkant
van het huis ligt. (je kijkt door de open deur naar de straat.
Het lijkt of de eigenaar boven op het platform zijn bed heeft.
In de tuin heerst ook een gewijde stilte.
Helemaal achter in de tuin, blijken in de rotsen ruimtes uitgehakt. Je kunt er
een stukje ingaan, en dan is het afgezet. Dan kun je alleen kijken.
Het ziet er naar uit dat dit al eeuwen geleden is uitgehakt.
Dan nog een foto van één van de vijvertjes die daar zijn.
Ik ben blij met de rust die hier aanwezig is en het sterkt mij om de tocht
weer verder aan te gaan.
Ik voel weer kracht in mijzelf terug komen en een veel rustiger kracht dan daarvoor.
De stilte in deze omgeving heeft mij goed gedaan.
Castrojeritz was vroeger een belangrijke stad dat bij een kasteel hoorde op de top van de heuvel. (ik ben daar niet meer naar toe gegaan.)
Nu is het een dorpje en bij het verlaten heb ik vooruitblik op de weg die komen gaat.
Het blijft apart dit zo te zien.
Dan stuk vlakke weg om een uur later weer te stijgen.
Een terugblik. Daar bij de heuvel ligt Castrojeritz. Op de top de ruïne van het kasteel.
Hier is dus echt geen schaduw en moet je zorgen voldoende water bij je te hebben.
Daar wacht mij weer een steile afdaling .....
Maar gelukkig gaat het steeds beter met mijn knie.
En wat kan ik weer ver kijken. Wat een ruimte om mij heen. Het blijft genieten.
Voor dat ik het riviertje de Rio Pisuerga zie ik een gebouwtje dat er ook heel oud uitziet.
De brug is een oude romeinse brug en heet Puente Fitero.
Het gebouw blijkt ook een oud hospitaaltje te zijn en is op dit moment ook een albergue.
Twee jonge meiden zitten ervoor en wachten tot het open gaat. Zij willen hier blijven.
Wanneer je achterom loopt is er een bijgebouwtje dat open blijkt te zijn.
Hier is uitstekend sanitair, dat uiteraard zeer welkom is.
Ook hier is geen electriciteit, laat ik mij vertellen.
Het is nu niet ver meer naar Itero la Vega.
Ik neem de eerste de beste albergue. Ik kan nog een single bed krijgen.
Wat een geluk!
Ik geen andere foto's dan van de bedden.
Wat ik mij herinner was de rest ook van zeer matige kwaliteit.
Maar ik had een bed, een goed bed! Ik was helemaal tevreden!
Dag 21:
Het eerste stuk heb ik geen foto's gemaakt.
Er gaat weer een alternatieve route (niet langs de gewone weg) en dat pad gaat langs een kanaal. Het doet bijna hollands aan met het water
hoger dan het land.
Vanuit dit kanaal zijn door het land heen, kleine waterkanaaltjes die
voor het water op het land moeten zorgen. Het ziet er ingenieus uit.
Er staat een bord met een verhaal over een bepaalde boomsoort die langs
het kanaal staat.
Ik denk dat die bomen in het voorjaar in bloei staan (magnolia?) en
dat lijkt mij een prachtig gezicht.
In het veld staan ook zulke bomen.
Aan het eind zijn de sluizen => Esclusas del Canal de Castilla.
Zo te zien ook al uit de "vroegere" tijden. Ze lekken water.
Maar wat een mooi bouwwerk!
Bij de weg aangekomen is het: "zoek de pijl". Wanneer je goed kijkt
zie je hem op de vangrail
.
In Fromista ben ik naar een albergue gelopen.
En daar op een bankje zitten wachten totdat de albergue open zou gaan.
Op het bankje zat een frans echtpaar.
De man sprak mij meteen in het frans aan en bleek een echte grappenmaker.
Hij is getrouwd met een philipijnse vrouw die uit Laguna komt, net als mijn schoondochter Lorena.
Ik zal ze nog vaker tegenkomen.
Ik heb maar één foto en die is van het schoenen rek; dat is wel aardig want die zie je veel in de albergues, om te zorgen dat de vloeren niet al te vies worden en de "geur" niet in de slaapkamer komt.
De laatste foto is de kerk San Martin in Fromista.